Advies van de raadgevende commissie of van de commissie voor alternatieve geschilbeslechting
1. Een raadgevende commissie of commissie voor alternatieve geschilbeslechting brengt uiterlijk zes maanden na de datum waarop zij is ingesteld, advies uit aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten. Indien de raadgevende commissie of de commissie voor alternatieve geschilbeslechting van oordeel is dat het geschilpunt van zodanige aard is dat meer dan zes maanden nodig zijn om advies te kunnen uitbrengen, kan deze termijn met drie maanden worden verlengd. De raadgevende commissie of de commissie voor alternatieve geschilbeslechting stelt de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten en de belanghebbenden van elke verlenging in kennis.
2. De raadgevende commissie of de commissie voor alternatieve geschilbeslechting baseert haar advies op de bepalingen van de toepasselijke overeenkomsten of verdragen bedoeld in artikel 1, alsmede op eventuele toepasselijke nationale voorschriften.
3. De raadgevende commissie of de commissie voor alternatieve geschilbeslechting neemt haar advies aan met gewone meerderheid van leden. Indien geen meerderheid kan worden bereikt, is de stem van de voorzitter bepalend voor het definitieve advies. De voorzitter deelt het advies van de raadgevende commissie of van de commissie voor alternatieve geschilbeslechting mee aan de bevoegde autoriteiten.